Thema 2: Klasmanagement en motivatie

Extras uit PPT

Advance organizer

  • Spijbelen
  • Drop-out
  • Schoolangst
  • andere onderwijsaanpakken

Snowman & Biehler (2003): “Motivation is typically defined as the forces that account for the selection, persistence, intensity, and continuation of behavior.” Schunk, Pintrich & Meece (2008): “Motivatie is het proces waardoor doelgericht gedrag wordt uitgelokt en onderhouden”.

Krachten

reciprociteit, een wederkerigheid in de relatie tussen doel en de mate waarin de motivationele invloeden en krachten elkaar beïnvloeden.

Voorbeelden reciprociteit

  • Testangst of wiskundeangst.
  • Haynes, Mullins en Stein (2004): onderzoek wiskundeangst bij SO studenten
  • Wiskundeangst invloed op wiskunde toetsscores en examenresultaten.
  • Wiskundeangst daalde als gevolg van betere wiskundescores
  • Zeker niveau van “stress” is goed (eustress): “Regardless of the negativity or positivity of stress, a certain level of stress is required for well-being (Yussof, 2013, p. 1)
  • Maar de de grens is snel bereikt: “However, excess stress, as well as long-term stressful condition, can disrupt performance and - cause a variety of emotional, behavioral and physiological problems which occur in a "vicious cycle" (ibid, p.1).
  • Ombuigen van de negatieve spiraal is essentieel: rol leerkracht
  • Toetsbeleid is belangrijke factor in dit proces: onaangekondigde toetsen??

State-of-the-art benaderingen motivatie

  • Gemeenschappelijke kenmerken
  • Drie modellen: Expectancy-value theorie (Wigfield & Eccles), Attributietheorie (Weiner), Zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan)
  • Modellen maken duidelijk dat « motiveren » van leerlingen geen gemakkelijke taak is

Gemeenschappelijke kenmerken

  1. Motivatie wordt benaderd vanuit cognities; dit wil zeggen als opvattingen (beliefs), gedachten (thoughts), doelen en representaties met betrekking tot zichzelf (self-representations).
  2. Motivatie staat in een wederkerige relatie tot het doelgerichte gedrag. Frans: visie op Frans en Franse cultuur, linguïstisch zelfvertrouwen en attitude ten opzichte van lessen Frans significant gedaald in het zesde leerjaar.
  3. Motivatie is niet alleen afhankelijk van persoonsgebonden variabelen, maar ook van sociale en contextuele variabelen.
  4. Motivatie evolueert met de individuele ontwikkeling.
  5. Motivatie beïnvloed door individuele, groeps- en cultuurkenmerken. Etniciteit, sociaal-economische status, geslacht, begaafdheidsniveau, … spelen een rol.

evaluetheorie

  • Wigfield en Eccles (2000, 2002).
  • Centrale begrippen: Verwachtingen: de inschatting die men heeft om een taak succesvol uit te voeren. De waarde die men hecht aan de taak: Het belang van de taak (importance). De intrinsieke waarde. De nuttigheidswaarde. De ingeschatte kost De “expectancies” en de “values” = motivationele opvattingen (beliefs).

results matching ""

    No results matching ""